Vijftig miljard vogels

Zondagochtend 29 januari 2023 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels deze column uit: dit is de uitgeschreven tekst, met bronnen: (hier ook te beluisteren)

Sinds de belangstelling van de mens voor vogels de gebraden kippenpoot en het zachtgekookte eitje overstijgt, is het bestuderen van onze gevederde vrienden een serieuze bezigheid. Vooral de vraag ‘hoeveel?’ houdt ontelbare aantallen vogelaars meer dan een eeuw bezig. Het begon in 1899 met het tellen van veren. De Amerikaan Richard McGregor was de eerste. Hij plukte een gors en een meeuw en deelde zijn telling met vakgenoten: 1.899 veren bij de gors en 6.544 bij de meeuw. Het veren tellen sloeg niet echt aan, want het duurde tot 1933 voordat een wilde eend uiterst secuur werd kaalgeplukt: 11.903 veren. In 1937 was het klaar. Het record dat toen werd gevestigd – 25.216 veren bij één fluitzwaan, waarvan 20.177 op de kop en nek – is nooit meer overtroffen.

Daarna probeerden vogelkundigen vast te stellen hoeveel verschillende vogelsoorten er wereldwijd zijn. Het tellen daarvan – letterlijk door het zoeken naar vogels in museumcollecties, vogelboeken en in wetenschappelijke vogeltijdschriften – duurde van 1931 tot 1987. Het leverde welgeteld 9.159 soorten op. Over dat getal is nu nog steeds discussie die voortkomt uit de hamvraag wat een vogelsoort nu precies is en hoe je dat vaststelt – met het oor, het oog en een meetlat of in een DNA-laboratorium. In 2016 gooiden vier Amerikanen de knuppel in het hoenderhok. Door ouderwets meten, modern moleculenpluizen en slim rekenen te combineren, verdubbelden zij het met de hand getelde aantal van 9.159 tot 18.043 verschillende soorten vogels. 

Tenslotte de vraag hoeveel individuele vogels er zijn. Dus alle in het wild levende vogels, waar dan ook, bij elkaar opgeteld. Het stuk voor stuk tellen van alle vogels is natuurlijk volstrekt onmogelijk, maar aan het eind van de vorige eeuw stond de teller niettemin ‘tussen de 200 en 400 miljard’. Die schatting, want dat blijft het, werd in 2021 (stevig onderbouwd) afgeroomd tot 50 miljard, met in de top drie 1,6 miljard huismussen, 1,3 miljard spreeuwen en 1,2 miljard ringsnavelmeeuwen. Vijftig miljard vogels. Het bijzondere van deze studie is dat de telresultaten ook zijn gebaseerd op laagdrempelige vogeltelevenementen zoals de Christmas Bird Count in Noord-Amerika, de Big Garden Birdwatch in het Verenigd Koninkrijk en – jawel – onze eigen Nationale Tuinvogeltelling die dit weekend gehouden wordt.

Het was de oervader van de natuurstudie Jac. P. Thijsse die in 1932 in het onvolprezen tijdschrift De Levende Natuur schreef: “Ieder jaar omstreeks Kerstfeest tijgen troepjes Amerikanen er één dag op uit, om vogels te tellen, zoowel soorten als individu’s. Men heeft het in ons land ook eens geprobeerd maar niet doorgezet, wat eigenlijk wel jammer is.” Thijsse moest eens weten. De Nationale Tuinvogeltelling startte in 2003 en maakt steeds meer mensen enthousiast voor vogels. In 2022 telden 170.000 deelnemers er ruim 2,4 miljoen, waaronder 450.000 huismussen, 300.000 koolmezen en 200.000 merels. 

Kom op luisteraars, help de wetenschap, loop naar het raam en tel een half uur vogels. Het kan nog zolang het licht is. Kijk, tel en voer de soorten en hun aantallen in op tuinvogeltelling.nl. Op naar de vijftig miljard!

Bronnen:

Amman, G.E. 1937 – Number of Contour Feathers of Cygnus and Xanthocephalus – The Auk 54: 201-202

Knappen, P. 1932 – Number of Feathers on a Duck – The Auk 49: 461

McGregor, R.C. 1902 – The Number of Feathers in a Bird Skin – The Condor 4: 17

Barrowclough G.F., Cracraft J., Klicka J., Zink R.M. 2016 – How Many Kinds of Birds Are There and Why Does It Matter? -PLoS ONE 11(11): e0166307. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0166307

Peters J.L. 1931 – Check-list of birds of the world. Vol. 1 – Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press

Paynter R.A. 1987 – Check-list of birds of the world. Vol. 16 – Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press

Corey T. Callaghan, Shinichi Nakagawa & William K. Cornwell, 2021 – Global abundance estimates for 9,700 bird species – PNAS 118 (21) e2023170118 https://doi.org/10.1073/pnas.2023170118

K. J. Gaston, T. M. Blackburn, 1997 – How many birds are there? – Biodivers. Conserv. 6: 615–625

Thijsse, J.P., 1932 – Vogels tellen – De Levende Natuur 37(4): 128

De verrekijker 2.0

Zondag 23 februari 2020 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels de volgende column uit: [hij is hier ook terug te luisteren]

In plaats van hier voor de microfoon te zitten, beste luisteraars, zoek ik op zondagochtend eigenlijk het liefst mijn topmodellen op. Dat gaat vandaag niet meer lukken, maar ze wachten geduldig tot ik ze uit het zachte kalfsleer rits. De geur van rijke oliën en leren riempjes, het fijne reliëf van de huid, de harde, strakke lijnen of juist de wulpse rondingen winden me op. Ja, mijn verrekijkerverzameling is me dierbaar.

Ik heb er bijna honderd en specialiseer me in modellen van de Duitse topmerken Leitz en Zeiss, gefabriceerd vanaf mijn geboortejaar 1960. Het zijn wondertjes van optische en mechanische techniek die ik, hoewel sommigen meer dan een halve eeuw oud, intensief gebruik. Voor vogels kijken in een donker bos is de 7×42 ideaal, in de polder en langs de kust zweer ik bij de 10×40, en in de stad heb ik altijd een compacte, opvouwbare 10×25 in mijn jaszak. Bij zwaar weer neem ik er een waarmee je zelfs kan snorkelen.

Hoewel militairen, spionnen en zeevarenden het nut van verrekijkers al vroeg door hadden, heeft het opmerkelijk lang geduurd voordat het optische hulpmiddel ook bij de vogelstudie werd gebruikt. In 1889 verscheen weliswaar in de Verenigde Staten het boekje ‘Birds through an opera-glass’, maar denk nu niet dat vroege vogelkundigen met een toneelkijkertje het veld in gingen. Nee, zij pakten het geweer als ze wilde weten wat er rondvloog. De eerste serieuze vogelstudies waarbij verrekijkers gebruikt werden, zijn nog maar een eeuw oud en pas toen er relatief goedkope Japanse prismakijkers op de markt kwamen, nam het hobbyvogelen een vlucht. De Duitse kwaliteitsoptiek was toen slechts weggelegd voor vogelende notabelen. Mijn eerste verrekijker was een ‘Primax’, een loodzware 7×50, bij elkaar gespaard met auto’s wassen.

De verrekijker is de levensgezel van de vogelaar. Samen met het vogelboek, de boterham-met-pindakaas, een thermosfles koffie en een platvink single malt is het een ijzersterke combinatie die in elk geval mij veel natuurgenot heeft gebracht. Kijken, bladeren, slok koffie, vergelijken, beter kijken, bladeren. Het zijn dierbare momenten op een duintop, maar die intieme, individuele natuurbeleving gaat verdwijnen.

Afgelopen week kondigde de Oostenrijkse fabrikant van hoogwaardige optische apparatuur Swarovski het nieuwe vogelen aan met de dG die vanaf 1 april verkrijgbaar is. Het is een soort 8×25 verrekijker met een ingebouwde 13-megapixel camera én wifi-hotspot waarmee je dankzij een beproefde identificatie app onmiddellijk op je smartphone ziet welke vogelsoort je in beeld hebt. Andere hippe vogelaars in de buurt kunnen de live stream volgen, en met nog een druk op de knop deel je de waarneming op social media. Ik heb het voor u nog even nagevraagd in Tirol: het is géén grap. De verrekijker 2.0 komt er aan!

Nuttige links en bronnen aanklikbaar in de tekst

           

           

Kijk naar vogels!

Zondag 26 augustus 2018 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels de volgende column uit: [hij is hier ook terug te luisteren]

madurodam_watch_out_for_birds-2018Terwijl ik afgelopen week alweer volop aan het werk was, hadden mijn kinderen nog schoolvakantie. Om hun blik op de wereld te vergroten, was mijn vrouw zo lief om met de kids naar Madurodam te gaan, waar ze ontdekten ‘waar het kleine Nederland groot in is’. Om mij toch nog een beetje bij dit gezinsuitstapje te betrekken, hielden ze mij via WhatsApp op de hoogte. Na het appje van 12:58 uur – een foto – had ik onmiddellijk spijt dat ik geen snipperdag genomen had. Bij de kassa van het panoramarestaurant stond namelijk een bordje met de tekst ‘Watch out for birds!’. Dat bleek geen aanbeveling om vogels te gaan kijken, maar de waarschuwing ‘Pas op voor vogels!’. Met ‘birds’ werden meeuwen bedoeld, want die beroofden op het terras in korte tijd twee nietsvermoedende toeristen van appelflap en hotdog. Zilvermeeuwen waren het, zag ik op de foto’s die binnenstroomden.

Het is nogal wat om voor de hele vogelwereld te waarschuwen, terwijl alleen meeuwen zich misdragen. En waar gaat het nu helemaal over? De meeuwen gaan net als wij voor de snelle, vette hap. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Afgelopen mei liftte een Californische meeuw (uitgerust met een zendertje) meerdere keren 240 kilometer mee op een vuilniswagen om zich bij een compostfabriek vol te vreten. Dat is net als het roven van een hotdog een enorme energiebesparing, waar alle vogels uiteindelijk naar streven.

Ik zie steeds meer van die ‘pas op’ borden, voor meeuwen, buizerds, kraaien. Straks moeten we ook nog oppassen voor mussen! Waar komt die angst voor vogels toch vandaan? Was het Alfred Hitchcock met zijn film The Birds, of de dolgedraaide oehoe van Purmerend? Hoewel de gevallen van steenarenden die zuigelingen uit kinderwagens stelen broodje-aap-verhalen zijn, is de kroonarend uit Afrika gespecialiseerd in het vangen van mensapen en zijn er menskinderschedels in kroonarendnesten gevonden. Zelfs de beroemde fossiele schedel van het Taung-kind, het type van de oermens Australopithecus africanus, de in 1925 ontdekte ‘ontbrekende schakel’ tussen aap en mens, vertoont gaten en andere sporen die veroorzaakt zijn door een roofvogelklauw. Misschien zit de vogelangst daarom nog wel in onze genen.

De waarschuwingen voor vogels die mensen lastig vallen vliegen je om de oren. De website magpiealert.com registreert waar de nummer 1 ‘Angry Bird’ van Australië, de zwartrugfluitvogel, zijn territorium tegen mensen verdedigt, en op de Crow Attack Tracker kunnen inwoners van Vancouver een kraai-veilige route uitstippelen. Overdreven vind ik dat. Vogels zien mensen simpelweg als onderdeel van hun verstedelijkte leefgebied en reageren daar hetzelfde op als op elk ander gevaar, en pikken ook een graantje van ons voedsel mee.

In plaats van ‘Watch out for birds!’ zeg ik ‘Watch birds!’ – Kijk naar vogels! Ga zitten op een terras met een hotdog of appelflap op een bordje en neem de kans waar om een zilvermeeuw van dichtbij te bekijken. Kijk eens in de priemende ogen, let op de kleur van de oogring, zie en hoor hoe ze op soortgenoten reageren. Geloof me, de kans is groot dat je steeds vaker naar vogels gaat kijken en de ‘pas op’ waarschuwingen negeert.

Nuttige bronnen, zijn aanklikbaar in de tekst.

Het moderne vogelen

Zondag 31 mei 2015 sprak ik een column uit in het radio 1 programma Vroege Vogels. Het was een bijzondere uitzending want Vroege Vogels en ‘Weer of Geen Weer’ bestonden samen 60 jaar. Dit is de uitgeschreven tekst van de column: [beluisteren (en lezen) kan (ook) hier]

Hoewel ik zelf gelukkig nog niet kan bogen op een zestigjarig bestaan, loop ik al wel 45 jaar met een verrekijker om mijn nek. In die periode, vooral sinds de eeuwwisseling, is het vogelen ingrijpend veranderd.

Allereerst is er de invloed van de wetenschap. Uit één veertje is tegenwoordig genoeg DNA te trekken om de oude, vertrouwde vogelstamboom keer op keer te laten schudden. Futen blijken ‘familie’ van de flamingo’s te zijn en daarom staan ze niet meer vooraan in het vogelboek. Die ereplaats is overgenomen door de eenden. En de kraaien – lange tijd hekkensluiters van de vogelsystematiek – staan nu voor de goudhaantjes. Nee – goudhanen moet ik zeggen, want hier dient zich verandering nummer twee aan: geen verkleinvormen meer in vogelland. Begin deze eeuw verloren onder andere baardman, visdief, paap, winterkoning, woudaap en witgat hun liefkozende -je of -tje. Walters_1997Tegenstanders van deze taalzuivering vrezen dat deze vogeltjes daarmee hun aaibaarheid verliezen en dat zit vogelbescherming weer in de weg. In Zweden gingen ze nog verder door racistische vogelnamen te schrappen. Gelukkig ontbeert de officiële lijst van Nederlandse vogelsoorten aanstootgevende namen, maar de handige ‘Complete Checklist Vogels van de wereld’ (1997) die ik nog steeds gebruik, zal bij een tweede editie vermoedelijk wel afscheid nemen van de kaffergierzwaluw, de hottentottaling en de bleekkopnegervink. In Engeland doen ze nog niet moeilijk. Daar heet de koolmees (great tit) simpelweg nog ‘grote tiet’, en de kuifaalscholver (shag) zonder gekheid ‘neuk’.

En dan het noteren van vogelwaarnemingen. Gebeurde dat in de vorige eeuw nog met potlood in een notitieboekje, sinds 2005 doet een beetje vogelaar dat op waarneming.nl. Die website heeft inmiddels 64.000 gebruikers die samen ruim 34 miljoen waarnemingen invoerden, waarvan 24 miljoen van vogels. De smartphone is het nieuwe opschrijfboekje en iedereen kan de waarnemingen zien en gebruiken. Minder dan 20 jaar geleden moest je daarvoor de gortdroge en verre van complete rubrieken in de vogelblaadjes doorspitten. Nu is zelfs de vevogelaars_anno_2015rspreiding van de soepgans volledig in kaart gebracht met maar liefst 19.388 waarnemingen. Fantastisch toch?

Een minpuntje van het vogelen in de eenentwintigste eeuw is de vogelaarsklederdracht: een foeilelijk fleecevest, het waterdichte-maar-toch-lekker-fris-ademende-windjack en (het ergste van alles) de zevenzakken-afritsbroek, met daaronder als het tegenzit de Teva-sandaal. Kom op collega-vogelaars, dat doet onze branche geen goed! De klassieke vogelaarsbaard daarentegen, die is nu juist weer hip.

Bonus: lees hier mij vorige feestcolumn voor Vroege Vogels, bij gelegenheid van de uitbreiding van de zendtijd, op 5 januari 2014.